Article

22.05.2019

Steeds meer werknemers gaan met de fiets naar het werk

Voor woon-werkverplaatsingen blijft 'koning auto' aan de macht. Toch wordt ook zachte en duurzame mobiliteit steeds populairder bij heel wat werknemers en werkgevers. Het bewijs zien we in de cijfers!

De resultaten van de recentste enquête over woon-werkverkeer die tussen 2017 en 2018 werd uitgevoerd door de FOD Mobiliteit en Vervoer, zijn formeel: hoewel de cijfers stabieler zijn dan ooit, blijft de auto in het hele land veruit het meest gebruikte vervoermiddel voor woon-werkverkeer (65%). De fiets komt op de tweede plaats en wordt almaar populairder, met name bij pendelaars en in het bijzonder in Vlaanderen (17%). En er zijn nog meer verschillen tussen de gewesten. Zo gaat in Brussel de voorkeur uit naar het openbaar vervoer (bijna 53%), dat daar duidelijk meer wordt gebruikt dan de wagen (36%). En in Wallonië? Daar is de wagen nog steeds heer en meester (83%), hoewel de fiets in de grote steden stilaan terrein wint. Benieuwd naar alle details? Lees dan zeker verder!

De wagen verliest (lichtjes) terrein ...

De trends – tussen 2005 en 2017 – zijn voor het hele land duidelijk: zowel de wagen (- 2,7%) als carpooling (- 47%) en de motorfiets (- 34%) moesten het voorbije decennium inleveren. De trein (+ 12%), het openbaar vervoer (+ 15%) en vooral de fiets (+ 43%) doen het daarentegen steeds beter. Door die stijging wordt de (al dan niet elektrische) fiets het tweede populairste vervoermiddel bij de Belgische werknemers. En dat geldt voor de drie gewesten, met name voor Brussel (+ 259%) waar de motor ook een zeker succes kent (+ 70%). Tot slot merken we op dat het 'collectief vervoer georganiseerd door de werkgever' niet meer zo populair is: minder dan 53% in het hele land.

Waarom de fiets?

Hoewel het gebruik van de fiets overal in België toeneemt (+ 43%), zien we bij dit vervoermiddel toch ook de grootste verschillen tussen de gewesten. Vlaanderen bevestigt zijn status als hét fietsgewest bij uitstek. Vlaamse werknemers nemen immers bijna tien keer meer de fiets dan hun Waalse collega's. Ook in Brussel zien we een onwaarschijnlijke toename van het aantal fietsers. Die gaat echter niet ten koste van de voetganger, want ook daar zien we een stijging van 29% sinds 2005. Ondanks dit positieve resultaat blijft het gebruik van de fiets in onze hoofdstad nog een stuk lager (5 keer) vergeleken met de grote stadscentra in Vlaanderen. Hoe dan ook wordt de fiets almaar populairder. De sleutel tot dat succes? De fietsvergoeding – die sinds 2005 zowel voor de werkgever als voor de werknemer een reeks voordelen biedt – heeft hier ongetwijfeld een belangrijke rol in gespeeld. Daarnaast hebben ook de technologische ontwikkelingen, zoals elektrische of plooifietsen, een steentje bijgedragen aan deze positieve evolutie. Tot slot is er ook nog de toename van de inrichtingen en infrastructuren in stadscentra en werden er een aantal politieke maatregelen genomen om de zachte mobiliteit te bevorderen. Zo is er onder meer het mobiliteitsbudget dat zowel de bedrijven als de werknemers heel wat meer flexibiliteit biedt.

Factoren met impact

Het is vrij logisch dat steden veel meer fietsers aantrekken dan gebieden die buiten de stadscentra liggen. In de enquête wordt bovendien onderstreept dat de toegankelijkheid van het openbaar vervoer er niet voor zorgt dat het aandeel 'actieve' vervoerwijzen daalt. Bedrijven die buiten het stadscentrum liggen, zullen daarentegen meer geneigd zijn om hun werknemers aan te sporen om de wagen en de motor te gebruiken. Wanneer de afstanden kleiner worden, neemt het aantal voetgangers en fietsers dan weer toe. Een ander thema dat in de enquête aan bod kwam, waren de verschillen tussen mannen en vrouwen. Hoewel het aantal mannelijke en vrouwelijke fietsers in Vlaanderen gelijk is, nemen in onze hoofdstad slechts twee vrouwen op vijf de fiets. In het zuiden van het land is dat cijfer nog lager. Een andere interessante vaststelling zijn de redenen waarom we de fiets links laten liggen. Zo vinden we het traject bijvoorbeeld te gevaarlijk, is de afstand naar het werk te groot of zijn er te weinig fietsvoorzieningen (zowel in het openbaar als op de werkplek).

Werkgevers gaan voor zachte mobiliteit

Woon-werkverplaatsingen zijn goed voor maar liefst 65% van het verkeer tijdens de spitsuren. De FOD is hierover heel duidelijk: een lager percentage wagens betekent daarom niet dat er ook minder files zijn. En dat klopt, want ook het aantal werknemers neemt toe. Door die situatie worden werkgevers aangemoedigd om maatregelen te nemen voor duurzame mobiliteit. Weet u nog dat de grote Brusselse bedrijven ook wettelijk verplicht zijn om dat te doen? Om het gebruik van de fiets te stimuleren, kunnen de bedrijven dan ook kiezen uit een heel 'mobiliteitsarsenaal'. In de eerste plaats is er natuurlijk de fietsvergoeding, maar daarnaast zijn er ook heel wat andere mogelijkheden zoals de terbeschikkingstelling van bedrijfsfietsen, de toegang tot een beveiligde parking, sensibiliseringscampagnes, overdekte fietsenstallingen, kleedkamers en douches of zelfs onderhoudsdiensten. We benadrukken tot slot dat gratis openbaar vervoer nog steeds mensen weet te overtuigen én dat ook telewerk terrein wint (+ 39% sinds 2014), vooral dan bij banken en verzekeraars, openbare instellingen of in de informatie- en communicatiesector.

NB: Deze diagnostiek kwam tot stand na een enquête bij bedrijven en openbare instellingen met meer dan 100 werknemers in dienst (goed voor in totaal meer dan 11.000 vestigingseenheden) en gaat over de verplaatsingen van 1,5 miljoen werknemers. Ze is dus van centraal belang om een beeld te krijgen van de mobiliteit in ons land en met name na te gaan welke factoren nog een belemmering vormen voor duurzamere woon-werktrajecten.

Article

27.07.2018

Slimme mobiliteit in slimme steden

Over de hele wereld neemt de verstedelijking toe. Om de kwaliteit van het leven in de stad te waarborgen en te verbeteren, moeten dingen veranderen. Toon Donné, CEO van zZoomer, heeft het voortouw genomen en werkt aan het oplossen van mobiliteitsproblemen.

Toon, hoe ziet de mobiliteit in een gezonde stad er volgens jou uit?

Bij zZoomer maken we een onderscheid:  voor particuliere mobiliteit is bereikbaarheid (dingen als parkeren) belangrijk. Daar biedt kleine (en duurzame) mobiliteit zeker een meerwaarde. Voor professionele mobiliteit is de hub-oplossing interessant: een verzamelpunt aan de rand van de stad, en van daaruit met kleinere, duurzame voertuigen het centrum binnenrijden. Met een minimum aan ecologische - en file-overlast.

Hoe draagt jouw bedrijf bij aan het beter/slimmer maken van de stad?

ZZoomer streeft vooral met elektrische scooters naar kleine en duurzame mobiliteit: die zijn een laagdrempelige oplossing voor dingen die een fiets niet aan kan inzake actieradius of gewicht en volume. Sommige mensen fietsen ook liever niet. Verder willen we een zorgenvrije mobiliteit bieden. Daarom werken we een alomvattend huursysteem uit, inclusief zaken als het aspect slijtage. Als gebruiker hoef je je nergens om te bekommeren.

Hoeveel voertuigen hebben jullie al in circulatie?

Momenteel al meer dan 30, en om aan de vraag te kunnen blijven voldoen, plaatsten we reeds een volgende bestelling bij de fabrikant. We kiezen enkel topkwaliteit:  écht duurzaam materiaal. Een scooter die na 2 jaar al versleten is: dat is materiaalverspilling, daar is niks duurzaams aan.

De gebruikers zijn enerzijds particulieren die bewust hun wagen ruilen voor een scooter, anderzijds de traditionele pizza-  en andere pakjesbezorgers die nu echt voor elektrisch kiezen. Onze e-scooters zijn uitstootvrij, ze stinken niet en ze maken geen lawaai.

zZoomer opstarten moet vrij kapitaalintensief geweest zijn?

Inderdaad: we bieden e-scooters maar ook e-fietsen, e-personenwagens en e-bestelwagens, we hadden een stevig startbedrag nodig. Geen evidentie, voor een start-up. Dus toen ik aanklopte bij het BNP Paribas Fortis kon ik enkel een business plan voorleggen. Maar mijn relatiebeheerder geloofde meteen in mijn project, en de bank zette er meteen haar schouders onder, ook voor de lange termijn. Dit soort projecten wordt door hen als erg belangrijk beschouwd. Hiermee kunnen ze ook hun rol waarmaken om de economie en de samenleving te ondersteunen. Een bijzonder aangename ervaring, voor een ondernemer.

Toon Donné heeft onlangs deelgenomen aan de tweedaagse Innovation Trip te Parijs georganiseerd door BNP Paribas Fortis. In een video laat hij zijn indrukken na over het toenemende belang van de Smart City. 

Article

10.09.2018

Het 'mobiliteitsbudget' baant de weg voor multimodaliteit!

Eerder maakten we al kennis met mobiliteitsopties zoals het 'cafetariaplan'. Nu is het de beurt aan het 'mobiliteitsbudget'! Op 1 januari van dit jaar ging het 'cash for car'-systeem – ook de mobiliteitsvergoeding genoemd – officieel van kracht. In dit systeem kiest de werknemer geld in plaats van een wagen.

Het 'mobiliteitsbudget' maakt weldra zijn intrede. De overheid stelt alles in het werk opdat het systeem vanaf 1 oktober in voege kan treden, maar er moet nog aan enkele wettelijke vereisten worden voldaan voordat de maatregel (voortkomend uit het regeringsakkoord 'arbeidsdeal' van deze zomer) definitief wordt goedgekeurd (advies van de Raad van State + goedkeuring door het Parlement).

Wanneer is het zo ver?

De datum die we best onthouden, is 1 oktober 2018. Ook al is het weinig waarschijnlijk dat het systeem meteen toegankelijk zal zijn. Het blijft immers wachten totdat ondernemingen de stap zetten en de lopende leasecontracten aflopen (om concessiehouders geen schade te berokkenen). Net zoals bij 'cash for car' – waarvan het succes momenteel nog uitblijft – heeft dit voorstel als doel om onze overvolle wegen te ontlasten, maar ook om een 'groener' wagenpark te krijgen. Het initiatief voor een 'mobiliteitsbudget' ligt bij de werkgever, de keuze blijft aan de werknemer.

Eén doelgroep, twee opties!

Concreet wil dit zeggen dat werknemers hun wagen kunnen inruilen tegen een 'mobiliteitsbudget' of check. Geldt dit voor alle werkgevers? Nee, alleen voor ondernemingen die al minstens 36 maanden gebruikmaken van een bedrijfswagensysteem, tenzij ze nog geen drie jaar bestaan. De maatregel geldt voor werknemers die minstens 12 maanden over een bedrijfswagen beschikken of die hiervoor in aanmerking komen (nieuwe aanwervingen, promoties, enz.). Conclusie? Beide regelingen – 'cash for car' en het 'mobiliteitsbudget' – zijn dus een optie en richten zich tot dezelfde groep van werknemers.

Multimodaliteit krijgt boost

Hoe groot is dit budget? Het 'mobiliteitsbudget' is gelijk aan de jaarlijkse brutokosten van de bedrijfswagen voor de werkgever, met inbegrip van brandstof en verzekering. Maar net als bij de 'cash for car'-regeling is de neutraliteit van de kosten gegarandeerd, zowel voor werkgever als werknemer. Wat kan de werknemer concreet met dit bedrag doen? Hij heeft de keuze (in tegenstelling tot bij het 'cash for car'-principe) tussen meerdere mogelijkheden, zolang hij maar binnen zijn budget blijft.

  • De werknemer kan zijn huidige wagen omruilen, maar alleen voor een milieuvriendelijker model (elektrisch, hybride of met een CO2-uitstoot van minder dan 95 g/km), met eenzelfde fiscaal stelsel als dat voor een bedrijfswagen.
  • Wat gebeurt er met het resterende bedrag? Dat mag hij besteden aan de pijler 'duurzame mobiliteit'. Met andere woorden, alternatieve en 'groene' vervoersmiddelen: elektrische fietsen, scooters, motorfietsen (met een maximumsnelheid van 45 km/u), openbaar vervoer, een woon-werkabonnement op zijn naam of individuele vervoersbewijzen in België of het buitenland, of elke vorm van autodelen. Deze pijler is vrijgesteld van sociale en fiscale lasten, zowel voor werknemer als werkgever.
  • En als er geen verre verplaatsing nodig is? Indien de werknemer woont of verhuist binnen een straal van 5 km van zijn werkplaats, kan hij het resterende bedrag gebruiken om zijn huur of interesten (en uitsluitend de interesten) van zijn lening te bekostigen.
  • Wat als het budget niet opgebruikt is aan het einde van het jaar? Dan ontvangt de werknemer het resterende bedrag in contanten, maar loopt hij het risico om het te verliezen aangezien het bedrag onderworpen is aan een sociale heffing van 38,07%. In dit geval is het dus beter om het volledige budget te besteden …

Dus liever 'budget' dan 'cash for car'? Niet noodzakelijk!

Afstand doen van je bedrijfswagen is aanbevolen in het kader van het 'mobiliteitsbudget', maar wordt niet per se aangemoedigd. In de eerste plaats kan de werkgever deze optie 'beperken' indien hij van mening is dat de werknemer de wagen nodig heeft. Maar in alle gevallen riskeert de werknemer als verliezer uit de bus te komen, aangezien het gerecupereerde geld zwaar belast wordt. Indien hij het definitief zonder bedrijfswagen kan stellen, heeft hij absoluut baat bij de optie 'cash for car'. Dit systeem is hier immers specifiek voor bedoeld. 

Article

20.12.2024

Arval: uw mobiliteit in 2025

Corporate Sales Director Laurent Mélignon van Arval, marktleider in full-service-autoleasing en nieuwe mobiliteitsoplossingen, kijkt in de toekomst. Wat brengt 2025 voor de sector en uw mobiliteit?

Arval is een onderdeel van de Commercial, Personal Banking & Services-afdeling binnen de BNP Paribas-groep. Het speelt als marktleider een sleutelrol in het aanbieden van full-service-autoleasing en nieuwe mobiliteitsoplossingen. Vanuit die positie zit Laurent Mélignon, Corporate Sales Director van Arval, op de geknipte stoel om te kijken wat 2025 zal brengen.

Arval leidt een sector waarin heel wat in beweging is: de manier waarop ondernemingen en privépersonen over mobiliteit denken en ermee omgaan, is allang niet meer klassiek te noemen. Mélignon ziet daar verschillende oorzaken voor: “In ons land is, ten eerste, de fiscaliteit de motor van veel veranderingsprocessen. Die fiscaliteit is gelinkt aan loonkost: veel ondernemingen zien bedrijfswagens als een fiscaalvriendelijk alternatief om de verloning te maximaliseren die ze aan hun personeel gunnen. Het personeel, op zijn beurt, ervaart het als een manier om met échte, tastbare zaken vergoed te worden, zonder dat de fiscus hen daarvoor extra viseert. In die geest evolueert het fiscale kader ook in het komende jaar volop mee met de evolutie van onze maatschappij. Het federale mobiliteitsbudget en de fietsvergoeding, bijvoorbeeld, of een heel aantal opties als het cafetariaplan of het flex-incomeplan: het zijn maar enkele mogelijkheden waarmee ondernemingen hun loonpakket kunnen inzetten om medewerkers te motiveren.”

Maar de Corporate Sales Director van Arval ziet nog meer motoren van verandering rond mobiliteit. Mélignon: “Ook onze hele mobiliteitscultuur is aan het veranderen – een trend die zich in 2025 zéker zal doorzetten. De jonge generatie is veel minder gehecht aan de status waarvoor de firmawagen jarenlang heeft gestaan. Ze springen met evenveel plezier op de fiets, de bus of in de deelauto – afhankelijk, natuurlijk, van waar de onderneming is gevestigd. Tot slot zijn er ook nog macro-economische elementen die de verandering aandrijven. Dan heb ik het over het toenemende verkeersinfarct waarmee veel steden kampen, maar ook over het groeiende bewustzijn van heel veel mensen en economische spelers binnen de energietransitie. Stilaan worden we ons allemaal bewust van de nood aan groene verandering en andere mobiliteitskeuzes. Daar is allang geen twijfel meer over.”

Flexibele complexiteit

De mobiliteitsmix zal in de toekomst alleen nog maar sterker worden. Mélignon: “Daar zit een groot deel van onze missie: het zijn en blijven van een one-stop-shop, die aan ondernemingen de mogelijkheid biedt om in termen van flexibele verloning te denken. Een nieuwe werknemer, bijvoorbeeld een vrijgezel zonder gezin, heeft andere mobiliteitsnoden dan zijn of haar collega, een vrouw of man met twee kinderen en een eigen huis op het platteland of in de stad. Nu die nood almaar sterker en meer ingeburgerd wordt, vormt Arval de ideale partner om ondernemingen te voorzien van kennis en ontzorging ter zake. Wij maken het mogelijk voor werkgevers om flexibiliteit aan te bieden, door de bijgaande complexiteit voor onze rekening te nemen.”

Positieve mindset

Mélignon ziet in 2025 de omslag naar elektrische mobiliteit op volle kracht verdergaan: “Als ik kijk naar de ondernemingen, zie ik dat 80% van alle nieuwe bestellingen elektrisch is. In vergelijking met de particuliere markt, is dat enorm: daar raken we niet eens aan 20%. De elektrificatie van de Belgische vloot wordt dus voornamelijk door de ondernemingen voortgestuwd. Ik zie dat er op dit moment al aankondigingen en initiatieven zijn om het federale mobiliteitsbudget nog licht aan te passen en te verfijnen. Het zou dus kunnen dat we de komende maanden meer en meer mensen zien die hun bedrijfswagen laten staan en in dat bijgestuurde budget stappen. Ook daar wil Arval klaarstaan met een positieve mindset en heel wat knowhow, in onze rol van ‘full mobility provider’.”

Kantelpunt

Het langverwachte kantelpunt naar elektrische mobiliteit, waar de markt al zo lang op zit te wachten, zal volgens Mélignon ook gevolgen hebben voor ondernemingen. Mélignon: “We mogen in 2025 inderdaad een pak meer betaalbare modellen verwachten. Elektrisch rijden zal niet langer enkel voor de ‘happy few’ zijn. Dat is goed voor de particuliere markt, maar ook ondernemingen krijgen daardoor meer mogelijkheden. Bovendien verwacht ik dat wagens met verbrandingsmotor in prijs zullen stijgen. We krijgen die feedback vaak uit de hoek van de constructeurs. Die moeten, als gevolg van de CAFE-normen (Corporate Average Fuel Economy) die hun CO2-uitstoot reguleren, binnenkort enorme boetes betalen als ze die normen niet halen. Het is dus in hun voordeel om de markt richting elektrisch te sturen. Zij zullen hun productiecapaciteit daaraan ook aanpassen: productie na bestelling, in plaats van grote voorraden aan te leggen, wordt vanaf volgend jaar de norm in de sector.”

Toekomstscenario

Tot slot: als leasingmaatschappij ziet Arval de markt in de nabije toekomst ook opengaan richting kleinere en middelgrote ondernemingen, en richting particuliere klanten. Mélignon: “De verandering van de markt zal er volgens ons voor zorgen dat veel ondernemingen, die nu nog kiezen voor de aankoop of financiële leasing van firmawagens, zullen opteren voor operationele leasing. Daarbij zullen ze het risico rond bijvoorbeeld restwaarde aan ons uitbesteden. We vervullen daar onze rol van marktleider ten volle: wij zien dat als een scenario voor de nabije toekomst, waarop we ons nu al volop aan het voorbereiden zijn.”

Article

11.09.2024

Ontdek onze leasingopties en laat u verleiden door onze topdeal

U wilt graag een bedrijfswagen huren, maar weet niet goed welke mogelijkheden er zijn? Hieronder zetten we alle leasingopties voor u op een rij. Zo ontdekt u welk type leasing het best bij u past. Bovendien kunt u tot 30 november 2024 een topdeal sluiten met onze partner Arval voor de nieuwe elektrische BMW iX1 eDrive20 of BMW i4 Gran Coupé tegen een zeer voordelige all-inprijs.

Financiële of operationele leasing?

Zowel voor financiële als operationele leasing geldt dezelfde logica: u betaalt huur aan een leasingmaatschappij voor een bepaalde periode, meestal vier of vijf jaar. Bij beide formules is de leasingmaatschappij de wettelijke eigenaar van de wagen. Maar u hebt wel een aankoopoptie aan het eind van het contract. Bij een financiële leasing is het bedrag van de aankoopoptie bekend van bij het begin van het contract. Bij een operationele leasing wordt het bedrag aan het eind van het contract bepaald op basis van de marktwaarde van de wagen.

De formule ‘inclusief diensten’

Dat is een van de grote voordelen van een operationele tegenover een financiële leasing: taksen, (omnium)verzekering, onderhoud en kosten (behalve brandstof) zijn inbegrepen in de huurprijs. Bovendien krijgt u extra diensten zoals zomer- en winterbanden, pechverhelping en een vervangwagen. U betaalt een bepaald bedrag per maand en hoeft verder niets meer te regelen. Kortom, u rijdt zonder zorgen: alles is betaald, behalve de brandstof.

Fiscale gevolgen?

De aankoopoptie heeft fiscale gevolgen: bij een financiële leasing schrijft u het investeringsgoed af en brengt u de interesten fiscaal in. De wagen staat op uw balans geboekt als actief. Bij een operationele leasing brengt u de volledige huurprijs in als kosten. In beide gevallen zijn er fiscale aftrekbeperkingen en moet u mogelijk rekening houden met het beroepsmatige gebruik van de wagen. Ook niet onbelangrijk: de btw wordt maandelijks betaald op de huurprijs en dus niet in één keer. Zo houdt u uw kredietlijnen vrij voor andere investeringen.

Laat u verleiden door onze topdeal

Tot 30 november 2024 hebben we een uitzonderlijk aanbod: u kunt de nieuwe elektrische BMW iX1 eDrive20 of BMW i4 Gran Coupé operationeel leasen tegen een voordelige en exclusieve prijs, inclusief alle diensten.

Benieuwd? U vindt alle details op deze pagina

Arval Belgium nv, Ikaroslaan 99, 1930 Zaventem – RPR Brussel – BTW BE 0436.781.102, nevenverzekeringstussenpersoon geregistreerd bij de FSMA onder het nummer 047238 A. Onder voorbehoud van aanvaarding van uw aanvraag.

Discover More

Contact
Top